Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik ben benauwd om uwentwil, mijn broeder Jonathan! Gij waart mij zeer liefelijk; [45]uw liefde was mij wonderlijker dan liefde der [46]vrouwen. 45. Die gij mij toedroegt. 46. Met welke men de vrouwen liefheeft; dat is, zij overtrof de allernauwste vriendschap, die tussen mensen kan wezen, zijnde tot Davids troost in Jonathans hart ontstoken en onderhouden door den Heiligen Geest.